Voor CW-Opinie interviewde ik uitgeefster Beppie de Rooy in een serie portretten. In dat interview zei zij onder andere: “Wat men nu ‘mindful’ noemt, komt ook al voor in een lied van de Engelse componist Purcell. Toewijding, aandacht, concentratie, het lang over iets mogen doen, anderen op afstand houden, het oordeel van anderen op afstand houden, dingen durven, een stijl durven hanteren die afwijkt van het alledaagse, maar die wel eerlijker is: dat hoort bij langzaam leven en het komt allemaal in het schrijfproces samen.”
Over geloof: “God is overal, ook bij de boer langs wie ik vanochtend fietste, die kijkt of zijn graan gegroeid is. Het scheppend bezig zijn is voor mij een van de belangrijkste intuïties – bewijs vind ik een slecht woord, het is teveel cognitief geladen – voor Gods aanwezigheid.
Ik heb heel lang op de toer gezeten van het zoeken naar bewijsmateriaal voor God. Maar nu benader ik het anders, ik richt me op de vraag wat er gebeurt bij het scheppen van dingen. Een van de grootste ‘bewijzen’ vind ik dan het bestaan van invallen, gedachten die in je opkomen. Die hebben we allemaal. Hoe komen die ideeën in mensen? Ik zou dat wel eens onderzocht willen zien. Het zijn cadeautjes. We zijn er aan gewend, we zeggen ‘slaap er eens een nachtje over en morgen weet je het’, maar het is niet normaal. Het zijn vaak
ideeën die totaal buiten je eigen scoop liggen. Ik zeg niet dat God dat erin brengt – dat klinkt me te dogmatisch – maar die invallen zijn wel iets bijzonders.
Ik zie God dus met name in datgene wat ik niet kan verklaren. Zoals Herman Finkers zegt: ‘als ik er niks van begrijp, dan is het God’.”
Het hele interview is hier en hier te lezen.